Heeft u een vraag?
Stel hem hierOok voor een ondernemer komt het moment, waarop het 'grote genieten' kan beginnen. De onderneming wordt overgedragen aan een opvolger, en vanaf dat moment valt het inkomen uit de onderneming weg. Maar hoe wordt het 'pensioen' gefinancierd?
Voor sommige ondernemers is de verkoopwaarde een vast onderdeel van het pensioen: panden, voorraden en debiteuren kunnen verkoopwaarde hebben. Hoe groot die waarde is, is niet vooraf te zeggen. Het hangt af van het moment van verkoop. Niettemin kan de verkoopwaarde van de onderneming een (groot) deel uitmaken van het benodigde pensioenkapitaal.
Jaren geleden heeft de overheid voor de (IB-)ondernemer de FOR (Fiscaal Oudedags Reserve) in het leven geroepen. Een fiscale mogelijkheid om een deel van de winst te reserveren voor de "oude dag". Een uitstekende mogelijkheid om pensioenvermogen op te bouwen. En het scheelt direct inkomstenbelasting.
Helaas leert de praktijk, dat de meeste ondernemers hun FOR niet echt reserveren. En vaak wordt het belastingvoordeel daarvan dan ook in de eigen onderneming belegd. Een tweede nadeel is dat het via de FOR opbouwen van "oudedagsvermogen" beperkt wordt door de hoogte van het ondernemersvermogen. En wie geen "rijke" onderneming heeft, kan dus tevens niet echt goed "meedoen" aan de FOR.
Het verzekeren van uw oudedagsinkomen is natuurlijk ook een mogelijkheid. Het is zelfs de meest gebruikte mogelijkheid. Omdat die de meeste zekerheid geeft.
De lijfrente- en de pensioenverzekering zijn gebaseerd op een overeenkomst tussen u en een verzekeraar, waarbij u jaarlijks een nader te bepalen bedrag inlegt en de verzekeraar daar tegenover uw pensioenuitkeringen verzekert. De inleg is doorgaans fiscaal aftrekbaar, alhoewel daar wel strakke fiscale regels voor gelden. Hoe hoger de jaarlijkse inleg, hoe meer oudedagsinkomen.
In plaats van premies betalen aan een verzekeringmaatschappij staat de overheid ook toe, dat de ondernemer zijn pensioen bij elkaar spaart via een bankrekening. Een bijzondere bankrekening aangezien de gespaarde bedragen pas weer opgenomen kunnen worden vanaf de pensioendatum. Qua aftrekbaarheid gelden er dezelfde spelregels voor als voor de lijfrenteverzekering.
Het voordeel van lijfrentesparen via een verzekering is dat verzekeringmaatschappijen de mogelijkheid hebben de eindkapitalen spijkerhard te garanderen. Dat geeft zekerheid. Daar staat tegenover, dat via banksparen de kosten veel lager zijn.
Wat de voorkeur verdient is dan ook erg adviesgevoelig.
Bij het lijfrentesparen gaat het er met name om de premies nu af te trekken in de huidige hoge belastingschijf, om ze later weer te laten belasten in een lagere belastingschijf. Het spelen dus met verschil in belastingdruk. Maar als dat interessant blijkt te zijn, staat het hele scala aan lijfrentemogelijkheden voor u open.
Koopsommen, premiepolissen, banksparen, combinaties ervan, koppelingen aan arbeidsongeschiktheidsrentes, verzorging van nabestaanden, de mogelijkhedenen zijn legio.